Teaser, karakters EN mythische wezens


TEASERPAGINA UIT HET EERSTE HOOFDSTUK

KARAKTERS

MYTHISCHE WEZENS

Gunnar schrok op van zijn laptop. Een meter of twee van hem vandaan stond een magere roodharige man. Hoe kwam die hier? Hij schoof zijn stoel naar achteren en stond op. ‘Luister, ik weet niet hoe u binnen hebt weten te komen, maar dit gebied is gesloten voor bezoek. Ik verzoek u deze ruimte ogenblikkelijk te verlaten.’
De man glimlachte. In plaats van Gunnars werkruimte te verlaten greep hij een stoel en ging zitten. Hij gebaarde Gunnar hetzelfde te doen.
‘Ik maak zelf wel uit of ik ga zitten, snoeshaan. Als u nu niet meteen vertrekt, roep ik de beveiliging.’
De roodharige man schudde zijn hoofd. ‘Ik denk van niet.’
Hij gebaarde opnieuw.
Enigszins ontdaan door het gedrag van de man deed Gunnar wat hem was gevraagd. ‘Goed dan, waarvoor stoort u mij in mijn werkzaamheden?’
‘Dus dit is de plek waar het allemaal gebeurt?’
‘Wat bedoelt u?’
‘Nou, waar de beroemde geleerde Gunnar Gudmundson zijn magie doet.’
‘Wie bent u?’
De roodharige knikte in de richting van Gunnars tafelblad. ‘Noem je dat artikel waarin betoogd wordt dat de goden passieve slappelingen zijn, werk?’
Gunnar volgde de blik van de indringer. Hij doelde op het artikel van de Zweedse expert op het gebied van de mythologieën, Dagmar Karlsson. Die had er een handje van extreme beweringen te uiten over de Noorse mythologieën. Hij had haar weleens ontmoet op een congres. Ze was niet onaardig.
‘Op academisch niveau wel, ja. Ik ken haar van een congres, vandaar dat ik dat artikel heb,’ verklaarde hij zonder iets te verklaren.
Gunnar kon zich niet voorstellen dat de indringer speciaal naar hem toe was gekomen om met hem te praten over tijdschriftartikelen. Zijn oog viel op het rechthoekige object op zijn tafel. De tablet! Een anonieme verzamelaar had het hem kortgeleden toegestuurd met het verzoek de ingekerfde teksten zo snel mogelijk te ontcijferen. Hoewel het dringende hem ontging, de tablet was immers heel erg oud, had Gunnar het graag opgepakt. Het rechthoekig stuk graniet was niet veel groter dan de gemiddelde portefeuille. Op zich was dat niet zo bijzonder, wel bijzonder was dat het oppervlak was overdekt met honderden runen waarvan vele niet voorkwamen in het alfabet van de Noormannen.

. . .

Gunnar duwde zijn bril omhoog. ‘Degene die dit in de steen kerfde, heeft de runen op ingenieuze wijze met elkaar verbonden zodat de spreuken van links naar rechts, van rechts naar links, van boven naar beneden en andersom gelezen kunnen worden. Er staan honderden, misschien wel duizenden magische spreuken op.’
‘Vertel me iets wat ik nog niet weet, Gunnar. Eén specifieke spreuk volstaat. Ik durf er mijn naam onder te verwedden dat je die al kent.’
‘Werkelijk?’ Gunnar deed innerlijk een stap achteruit. De man had iets akeligs over zich.
De roodharige grinnikte. ‘Punt voor jou.’
Hij vroeg zich af waar de man heen wilde. Op de een of andere manier was hij vlakbij hem komen staan. De vreemdeling legde zijn hand op Gunnars schouder. Met zijn andere tipte hij de runen aan. De vingers voelden kil aan alsof er een bevroren stuk vlees op zijn rug lag.
‘IJslandse nachten zijn lang en donker, toch?’ vroeg de man. Hij wachtte niet op antwoord. ‘Jullie IJslanders zijn stellig gewend de avonden nuttig door te brengen. Je weet vast meer over deze tablet.’

 . . .

 

Het gezicht van de roodharige betrok. ‘Jouw vijandigheid valt me van je tegen. Ik had me juist zo verheugd op de ontdekking van ’s werelds beroemdste runenkenner.’ De man liep door Gunnars werkkamer heen en weer. Hij bleef voor de muur staan waar Gunnar al zijn diploma’s en academische prijzen en eredoctoraten had opgehangen. ‘Opmerkelijk,’ mompelde hij. Hij keerde zich naar Gunnar. ‘Jouw leeftijd in acht genomen is jouw staat van dienst indrukwekkend.’ Hij tikte een plaket aan met daarop de naam van het MIT in Boston. Hij keek Gunnar aan. ‘Heel indrukwekkend.’ Opeens kreeg de blik van de man iets vileins. ‘Het zou jammer zijn voor jouw wetenschappelijke carrière als die reputatie plotsklaps een deuk opliep, niet? Heel spijtig…’
Gunnar sprong overeind. ‘Pardon? Durft u aan mijn wetenschappelijke integriteit te twijfelen?’
‘Ik trek niets in twijfel. Ik constateer slechts. Zolang je doet wat ik zeg is jouw reputatie veilig.’
Het wordt steeds gekker! ‘Is dat een dreigement?’

Gunnar Gudmundson

Een onderzoeker uit Reykjavik met natuurlijk talent voor taal. Heeft grote kennis van oude talen en runen. Hoofdpersoon van deze roman.

Sigrdrífa / de Zegestorm

Ook wel Brynhild (Brunhilde) genoemd, de onbenoemde leidster van de Walkuren. Ze is een Walkure met helende gaven. Mythologie: Ze heeft zich de woede van Odin op de hals gehaald door zijn bevelen te negeren. Odin legt haar voor straf een ban op.

Fedder

Dorpsoudste en runenbewaarder van Birka.

Fell

Persoonlijke slaaf van Moðolfr.

Jerrik

Bard,  jager en held van Birka.

Moðolfr

Hoofdman van Birka.

Ylfa

Echtgenote van Moðolfr.

Austri

De dwerg die Odin van zijn runen berooft. Hij draagt het het uitspansel van het oosten.

Grauwrug

Ook wel Gråbakr, nazaat van het serpent Niðhog.

Heimdal

Ook wel: Goudtand, de Witte God. Hij is de wachter van Bifrost, de brug die Asgard (godenwereld) met Midgard (mensenwereld) verbindt. Hij is adembenemend mooi.

Loki

De Deugniet en Vader van de Leugen.

Nithog

Het serpent dat aan de wortels van Yggdrasil (de boom die de werelden draagt) knaagt.

Norði

Dwerg, een broer van Austri. Hij draagt het noorden.

Odin

Alvader. De oppergod. Odin offert zijn oog op in zijn eeuwige dorst naar kennis. Om achter het geheim van de runen te komen doorboort hij zichzelf met zijn speer Gungnir en hangt zichzelf ondersteboven op aan Yggdrasil. Notoir schuinsmarcheerder.

Skadi

De Godin van de Jacht.

Skuld

Schikgodin (Norn) Zij weeft het web van de toekomst (lotsbestemmingen)

Suðri

Dwerg en broer van Austri. Hij draagt het zuiden.

Urdhr

Schikgodin (Norn) van het verleden. Zij haalt het Web der Lotsbestemmingen uit.

Verdhandi

Schikgodin (Norn) van het heden.

Vestri

Dwerg en broer van Austri. Hij draagt het westen.

Yggdrasil

De es die de Negen Werelden met elkaar verbindt. (Ook wel HodMimirs Hout genoemd)